Uitspraak
20.422 PW
OVERWEGINGEN
- motorrijtuigenbelasting van € 178,- per maand; daarbij is betrokken dat de auto op diesel rijdt en 1.830 kilo weegt;
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De appellant ontving sinds 29 september 2011 bijstand op grond van de Participatiewet (PW). Naar aanleiding van een melding van de politie dat appellant gebruik maakte van duurdere personenauto's, heeft het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstandsverlening. Tijdens dit onderzoek werd vastgesteld dat appellant een auto ter beschikking had, die op naam van zijn neef stond, zonder hiervoor kosten te betalen. Het college heeft de bijstand herzien en een bedrag van € 958,60 teruggevorderd, omdat er sprake zou zijn van een substantiële lastenverlichting door het gebruik van de auto.
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het besluit van het college ongegrond verklaard, maar oordeelde dat het college ten onrechte had gesteld dat er sprake was van inkomen in natura. De rechtbank heeft de proceskosten van appellant toegewezen aan het college. In hoger beroep heeft appellant betoogd dat de afstemming van de bijstand gebaseerd moest worden op de vaste kosten van de auto, die hij op € 100,- per maand stelde. De Raad heeft echter geoordeeld dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij daadwerkelijk huur voor de auto aan zijn neef heeft betaald. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde, omdat de door appellant aangevoerde gronden niet voldoende onderbouwd waren.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.