ECLI:NL:CRVB:2022:337
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en proceskostenveroordeling in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. J.A. van Ham, hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het Uwv had op 28 januari 2021 een nieuwe beslissing genomen, waarop appellante op 12 maart 2021 het hoger beroep heeft ingetrokken. Appellante verzocht de Raad om het Uwv te veroordelen in de proceskosten, omdat het Uwv met zijn beslissing geheel aan haar bezwaren tegemoet was gekomen. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat het hoger beroep niet was ingetrokken als gevolg van een gewijzigde beslissing op bezwaar die geheel of gedeeltelijk tegemoetkwam aan de bezwaren van appellante. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv geen nieuwe beslissing had genomen die aan de bezwaren van appellante tegemoetkwam, en heeft het verzoek om proceskostenveroordeling afgewezen. De uitspraak is gedaan op 3 februari 2022 en is openbaar uitgesproken.