ECLI:NL:CRVB:2022:615
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 maart 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de erven van appellant tegen het college van burgemeester en wethouders van Tilburg. De zaak betreft een hoger beroep dat niet-ontvankelijk is verklaard, omdat er geen procesbelang meer aanwezig was. De partijen, de erven van appellant en het college, hebben beiden aangegeven dat zij instemmen met het voorstel van het college om het resterende terugvorderingsbedrag van € 3.839,70 kwijt te schelden. Dit werd bevestigd in e-mailberichten van 11 en 14 maart 2022, waarin werd aangegeven dat de erven afstand doen van hun recht op terugbetaling van reeds betaalde gelden. Hierdoor was er geen geldelijk belang meer voor beide partijen om de procedure voort te zetten.
De zitting vond plaats op 15 maart 2022, maar geen van de partijen was verschenen. De Centrale Raad van Beroep heeft op basis van de mededelingen van de gemachtigden van beide partijen besloten het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren. De beslissing is openbaar uitgesproken en is gebaseerd op de overweging dat beide partijen afstand hebben gedaan van hun vorderingen, wat leidt tot finale kwijting over en weer. De griffier, B. Beerens, heeft het proces-verbaal van de mondelinge uitspraak opgemaakt, dat door J.L. Boxum is getekend.