ECLI:NL:CRVB:2022:813
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake WMO-voorzieningen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 april 2022 uitspraak gedaan op een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 11 april 2018. Verzoekster, die het niet eens was met de afwijzing van haar aanvraag voor een gesloten buitenwagen (Canta), had in een brief van 10 februari 2020 een herzieningsverzoek ingediend. De rechtbank Noord-Holland had deze brief doorgestuurd naar de Raad, die het verzoek op 25 februari 2022 ter zitting heeft behandeld. Tijdens deze zitting is verzoekster verschenen, terwijl het college van burgemeester en wethouders van Schagen werd vertegenwoordigd door E. Hurkmans en mr. H. de Ruiter.
De Raad heeft vastgesteld dat verzoekster in haar verzoek geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die onder artikel 8:119, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) vallen. Dit artikel stelt strikte voorwaarden voor herziening, waarbij alleen feiten die vóór de uitspraak hebben plaatsgevonden en die niet eerder bekend waren, tot herziening kunnen leiden. De Raad heeft geconcludeerd dat verzoekster in feite een hernieuwde discussie over de eerdere uitspraak wilde openen, wat niet mogelijk is via het middel van herziening.
Uiteindelijk heeft de Raad het verzoek om herziening afgewezen, zonder aanleiding te zien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter J.P.A. Boersma en griffier M.E. van Donk.