ECLI:NL:CRVB:2022:856
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-tijdige indiening van beroepschrift in hoger beroep tegen uitspraak van de rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep (zaaknummer 21/3973 WLZ). Het beroepschrift van de appellant, vertegenwoordigd door mr. W. Albers, is op 11 november 2021 per fax ontvangen. De Raad oordeelt dat het beroepschrift niet tijdig is ingediend, aangezien de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken bedraagt en deze termijn begon op de dag na de bekendmaking van de uitspraak van de rechtbank Amsterdam op 29 september 2021. De Raad overweegt dat de gemachtigde van appellant geen overtuigende redenen heeft aangevoerd waarom appellant niet in verzuim zou zijn geweest. Er is geen bewijs dat appellant niet in staat was om zijn belangen te behartigen tijdens de beroepstermijn. Hierdoor is het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard zonder verder onderzoek. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en kan door belanghebbenden en bestuursorganen binnen zes weken na verzending van het afschrift worden bestreden.