ECLI:NL:CRVB:2023:1028
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 31 mei 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/3820 WAO. Het hoger beroep is ingesteld door een appellant uit Marokko tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De zaak betreft de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep omdat het griffierecht van €136,00 niet binnen de gestelde termijn is betaald. De appellant is herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, zowel in een brief van 13 januari 2023 als in een aangetekende brief van 13 februari 2023. In deze brieven werd duidelijk gemaakt dat het griffierecht uiterlijk 28 dagen na de eerste brief en binnen vier weken na de tweede brief op de aangegeven bankrekening moest zijn bijgeschreven of contant moest worden betaald. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet tijdig voldaan. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat er op basis van de beschikbare gegevens redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de appellant niet in verzuim is geweest. Hierdoor is het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard zonder verder onderzoek. De uitspraak is gedaan door rechter F.M. Rijnbeek, in aanwezigheid van griffier A.S. Abbas, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.