ECLI:NL:CRVB:2023:1036
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 2 juni 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/3736 WIA. Het hoger beroep is ingesteld door appellante, vertegenwoordigd door mr. J.W. Menkveld, tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 26 oktober 2022. De zaak betreft de niet-betaling van het griffierecht binnen de gestelde termijn. De gemachtigde van appellante is herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht van € 136,-, met duidelijke deadlines voor betaling. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet tijdig voldaan. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat op basis van de beschikbare gegevens niet kan worden vastgesteld dat appellante niet in verzuim is geweest. Hierdoor is het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, zonder dat verder onderzoek nodig was. De uitspraak is openbaar gedaan en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan een verzetstermijn van zes weken open.