ECLI:NL:CRVB:2023:1148
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor een gesloten buitenwagen op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam. De appellant had een aanvraag ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een gesloten buitenwagen, na letsel opgelopen bij een autoongeluk in 2003. Het college had de aanvraag afgewezen, waarbij het zich baseerde op een advies van het Indicatie Adviesbureau Amsterdam (IAB). De rechtbank had het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
In hoger beroep herhaalde de appellant zijn verzoek en voegde hij een verklaring van zijn huisarts toe. De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat deze verklaring geen nieuwe inzichten bood die de eerdere afwijzing konden onderbouwen. De Raad concludeerde dat het college terecht had geoordeeld dat de combinatie van een scootmobiel en een AOV-pas voldoende was om in de vervoersbehoefte van de appellant te voorzien. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van objectieve medische gegevens en adviezen van deskundigen in het besluitvormingsproces van het college. De Raad stelde vast dat de appellant niet was aangewezen op een gesloten buitenwagen, ondanks zijn bezwaren en wensen voor meer vrijheid in vervoer.