ECLI:NL:CRVB:2023:1180

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
21 juni 2023
Publicatiedatum
26 juni 2023
Zaaknummer
23 / 416 WSFBSF
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens ontbreken van beroepsgronden

Op 21 juni 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep dat niet-ontvankelijk is verklaard. Het hoger beroep was ingesteld door appellante, vertegenwoordigd door mr. P.S. Folsche, tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 27 december 2022. De Centrale Raad oordeelde dat het ingediende beroepschrift geen gronden bevatte, wat in strijd is met artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De gemachtigde van appellante kreeg de gelegenheid om dit verzuim binnen vier weken te herstellen, maar heeft deze termijn ongebruikt laten verstrijken. Een verzoek om verlenging van de termijn werd gedaan, maar het verzochte uitstel werd niet verder verleend. Uiteindelijk zijn de beroepsgronden pas na het verstrijken van de gestelde termijn ingediend, zonder dat er redenen zijn aangevoerd die het verzuim zouden verontschuldigen. Hierdoor kon de Centrale Raad van Beroep niet inhoudelijk op de zaak ingaan en werd het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en is ondertekend door D. Hardonk-Prins, met D. van der Boom als griffier.

Uitspraak

Datum uitspraak: 21 juni 2023
23/416 WSFBSF
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van
27 december 2022, 22/1032
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. P.S. Folsche, advocaat, hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak.

OVERWEGINGEN

In artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), is bepaald dat het beroepschrift de gronden van het beroep dient te bevatten. Ingevolge artikel 6:24 van de Awb is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
Het ingediende beroepschrift bevat geen gronden.
Bij brief van 8 februari 2023 is de gemachtigde van appellante in de gelegenheid gesteld dit verzuim binnen vier weken te herstellen.
Op 7 maart 2023 heeft gemachtigde van appellante verzocht om de termijn voor het indienen van de gronden eenmaal met vier weken te verlengen.
Bij aangetekende brief van 16 maart 2023 is kenbaar gemaakt dat het gevraagde uitstel is verleend en dat nader uitstel niet meer verleend zal worden. Hierbij is nogmaals de gelegenheid geboden de beroepsgronden in te dienen en wel binnen vier weken na de datum van de brief van 16 maart 2023 en is gemachtigde van appellante erop gewezen dat overschrijding van die termijn tot gevolg zal hebben dat de zaak niet inhoudelijk wordt behandeld.
De gemachtigde van appellante heeft deze termijn ongebruikt voorbij laten gaan.
Bij brief van 19 april 2023 heeft gemachtigde van appellante alsnog de gronden van het hoger beroep ingezonden. Dit is echter na het verstrijken van de gestelde termijn.
Niet is gebleken van redenen die een verontschuldiging vormen voor dit verzuim. Het hoger beroep is kennelijk niet-ontvankelijk, zodat zonder verder onderzoek kan worden beslist.
Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door D. Hardonk-Prins, in tegenwoordigheid van D. van der Boom als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 21 juni 2023.
(getekend) D. Hardonk-Prins
(getekend) D. van der Boom
Tegen deze uitspraak kunnen een belanghebbende en het bestuursorgaan binnen zes weken na de verzending van het afschrift van deze uitspraak schriftelijk verzet doen bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA UTRECHT. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld te worden gehoord.