ECLI:NL:CRVB:2023:1200
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 28 juni 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/2743 WLZ. Het hoger beroep van appellante is niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is betaald. De appellante was eerder op de hoogte gesteld van de verschuldigdheid van het griffierecht van € 136,- en had de verplichting om dit bedrag binnen 28 dagen na de verzending van de eerste herinneringsbrief te voldoen. Ondanks een tweede herinnering, verzonden op 1 oktober 2022, heeft appellante het griffierecht niet tijdig betaald. De Raad oordeelde dat er geen reden was om aan te nemen dat appellante niet in verzuim was geweest. Hierdoor kon het hoger beroep niet inhoudelijk worden behandeld. De uitspraak is gedaan door D. Hardonk-Prins, in tegenwoordigheid van D. van der Boom als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan de mogelijkheid open om binnen zes weken schriftelijk verzet aan te tekenen.