Uitspraak
20.3731 ZW
OVERWEGINGEN
WIA-uitkering nabetaald, alsmede € 4.334,42 aan wettelijke rente.
WIA-uitkering en waarbij rekening is gehouden met de middeling. Uit de berekening is een resterende belastingschade naar voren gekomen van € 5.216,- terwijl appellant eerder een vergoeding van € 6.459,- voor de geleden belastingschade is toegekend. Het Uwv heeft dan ook het standpunt ingenomen dat appellant al voldoende is gecompenseerd.
WIA-uitkering meegenomen moet worden, zodat niet meer aan de orde is of appellant al dan niet terecht later dan tegen het einde van de wachttijd een WIA-uitkering heeft aangevraagd. Voorts volgt uit de onder 4.2.1 genoemde rechtspraak dat voor het vaststellen van de belastingschade wordt uitgegaan van de werkelijke situatie (a) ten opzichte van de situatie waarin het ziekengeld en de WIA-uitkering was uitbetaald als het onrechtmatige besluit niet was genomen (b). Situatie a betreft het jaar 2016 en situatie b is het jaar waarin het onrechtmatige besluit is genomen, te weten 2013. Uitgaande van de feitelijke situatie heeft het Uwv correct en conform de rechtspraak een vergelijking gemaakt tussen de jaren 2013 tot en met 2016.