Uitspraak
21 2359 WMO15
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant had bezwaar gemaakt tegen een e-mail van 31 oktober 2019, welke door het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank had het beroep van de appellant ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
De appellant heeft in hoger beroep verzocht om vernietiging van de aangevallen uitspraak en het bestreden besluit, alsook om schadevergoeding in de vorm van een integrale proceskostenvergoeding en immateriële schade. De Raad heeft vastgesteld dat de e-mail niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank dat de e-mail niet gericht was op het creëren van rechtsgevolgen en dat het college terecht het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard.
De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagt en heeft de aangevallen uitspraak bevestigd. Het verzoek om schadevergoeding is afgewezen, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.