Uitspraak
Datum uitspraak: 2 augustus 2023
22/1608 ZVW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:118 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank van de rechtbank Amsterdam van 12 april 2022, 21/1560 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
Centraal Administratiekantoor (CAK, appellant)
[betrokkene] te [woonplaats] (betrokkene)
PROCESVERLOOP
Het CAK heeft hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak.
Bij brief van 6 april 2023 heeft het CAK het hoger beroep ingetrokken.
Bij bericht van 11 april 2023 heeft mr. T.A. Vetter, advocaat, namens betrokkene de Raad verzocht het CAK te veroordelen in de proceskosten.
Het CAK heeft schriftelijk gereageerd.
Onder toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het onderzoek ter zitting achterwege gelaten. Vervolgens is het onderzoek gesloten.
OVERWEGINGEN
Artikel 8:118, eerste lid, van de Awb bepaalt dat in geval van intrekking van het hoger beroep door het bestuursorgaan, het bestuursorgaan op verzoek van een partij bij afzonderlijke uitspraak met overeenkomstige toepassing van artikel 8:75 van de Awb kan worden veroordeeld in de proceskosten.
Gelet hierop wordt het CAK veroordeeld in de kosten die betrokkene in verband met de behandeling van het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De kosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op € 837,- (1 punt voor het indienen van het verweerschrift).
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep veroordeelt het CAK in de kosten van betrokkene tot een bedrag van € 837,-.
Deze uitspraak is gedaan door D. Hardonk-Prins , in tegenwoordigheid van A. Giesen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 2 augustus 2023.
(getekend) D. Hardonk-Prins
(getekend) A. Giesen