ECLI:NL:CRVB:2023:1526
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand wegens niet tijdig overleggen van gevraagde gegevens
In deze zaak beoordeelt de Centrale Raad van Beroep of het college van burgemeester en wethouders van Tilburg de bijstand van appellanten mocht intrekken met ingang van 21 juli 2020. De intrekking was gebaseerd op het feit dat appellanten niet alle gevraagde gegevens hebben verstrekt. Appellanten, die sinds 1 december 2014 bijstand ontvingen op grond van de Participatiewet, kregen op 14 juli 2020 een verzoek om afschriften van hun bankrekeningen, PayPal- en creditcardrekeningen over de periode vanaf 1 april 2020. Ondanks herhaalde verzoeken hebben appellanten niet tijdig alle gevraagde gegevens ingeleverd, wat leidde tot de opschorting van hun bijstandsrecht op 21 juli 2020.
Het college heeft appellanten meerdere keren de kans gegeven om de ontbrekende gegevens in te leveren, maar zij hebben niet voldaan aan de inlichtingenverplichting. De rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaarde het beroep van appellanten ongegrond, en appellanten hebben hoger beroep ingesteld. De Raad heeft vastgesteld dat appellanten redelijkerwijs konden beschikken over de gevraagde stukken en dat de hersteltermijnen niet onredelijk kort waren. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het college bevoegd was om de bijstand in te trekken. Appellanten krijgen geen vergoeding voor proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven.