ECLI:NL:CRVB:2023:1536
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid en de rol van arbeidsdeskundige in WIA-procedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de arbeidsongeschiktheid van appellant, die zich eerder ziek had gemeld met klachten van het bewegingsapparaat en psychische klachten. Appellant had een loongerelateerde WGA-uitkering ontvangen, maar na herbeoordeling door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) werd vastgesteld dat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De rechtbank Rotterdam had het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarna appellant in hoger beroep ging. De Raad benoemde een arbeidsdeskundige om de geschiktheid van de door het Uwv geselecteerde functies te beoordelen. De deskundige concludeerde dat appellant voor de meeste functies geschikt was, maar niet voor de functie van productiemedewerker industrie, waar meer samenwerking vereist was. De Raad oordeelde dat het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid terecht had vastgesteld en bevestigde de aangevallen uitspraak, met verbetering van gronden. Tevens werd het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant en moest het griffierecht vergoeden.