ECLI:NL:CRVB:2023:1731

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
5 september 2023
Publicatiedatum
7 september 2023
Zaaknummer
20/2231 ZVW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenveroordeling in hoger beroep tegen het Centraal Administratie Kantoor na intrekking van het beroep

In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. R. Küçükünal, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De rechtbank had op 2 juni 2020 een uitspraak gedaan in de zaak met nummer 18/6369. Het Centraal Administratie Kantoor (CAK) heeft op 28 juli 2022 meegedeeld dat het boetebesluit van 26 februari 2018 wordt ingetrokken, wat leidde tot de intrekking van het hoger beroep door mr. Küçükünal op 21 september 2022. Appellante verzocht de Raad om het CAK te veroordelen in de proceskosten. De Centrale Raad van Beroep heeft het onderzoek ter zitting achterwege gelaten en de zaak op basis van de ingediende stukken beoordeeld.

De Raad overweegt dat, volgens artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de kosten indien het geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen. Aangezien het CAK aan de bezwaren van appellante tegemoet is gekomen door het boetebesluit in te trekken, is het CAK veroordeeld in de proceskosten. De kosten zijn vastgesteld op € 3.705,-, waarbij rekening is gehouden met de puntentelling zoals vastgelegd in het Besluit proceskosten bestuursrecht. De uitspraak is gedaan door D. Hardonk-Prins, in tegenwoordigheid van A. Giesen als griffier, en is openbaar uitgesproken op 5 september 2023.

Uitspraak

Datum uitspraak: 5 september 2023
20/2231 ZVW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:75a en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 2 juni 2020, 18/6369 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
Centraal Administratie Kantoor (het CAK)

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. R. Küçükünal, advocaat, hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak.
Bij bericht van 28 juli 2022 heeft het CAK laten weten dat het boetebesluit van 26 februari
2018 wordt ingetrokken.
Bij bericht van 21 september 2022 heeft mr. Küçükünal namens appellante het hoger beroep ingetrokken en gelijktijdig aan de Raad verzocht het CAK te veroordelen in de proceskosten.
Het CAK heeft gebruik gemaakt van de gelegenheid een verweerschrift in te dienen.
Onder toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het onderzoek ter zitting achterwege gelaten. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

OVERWEGINGEN

Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Awb bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 8:108, eerste lid, van de Awb is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
Vastgesteld wordt dat mr. Küçükünal het hoger beroep heeft ingetrokken naar aanleiding van de e-mail van het CAK van 28 juli 2022, waarin hij heeft meegedeeld dat het boetebesluit van 26 februari 2018 niet wordt gehandhaafd. Hiermee is het CAK aan de bezwaren van appellante tegemoet gekomen.
Het CAK wordt daarom veroordeeld in de kosten die appellante in verband met de behandeling van het bezwaar, het beroep en het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken.
Het CAK heeft laten weten akkoord te gaan met een vergoeding van
€ 2.705,- (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift, 1 punt voor het verschijnen op de hoorzitting, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, en 1 punt voor het indienen van het hoger beroepschrift).
De kosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, en conform de hierboven weergegeven puntentelling, begroot op € 1.194,- in bezwaar, € 1.674,- in beroep en € 837,- in hoger beroep. Als gevolg van de onmiddellijke werking van de wijziging van het Bpb per 1 januari 2023 is het bedrag van de proceskosten hoger dan door het CAK was berekend.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep veroordeelt het CAK in de kosten van appellante tot een bedrag van € 3.705,-.
Deze uitspraak is gedaan door D. Hardonk-Prins, in tegenwoordigheid van A. Giesen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 5 september 2023.