Uitspraak
27 juni 2022, 19/2985 en 19/3183 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
Samenvatting
IVA-uitkering toe te kennen, omdat de volledige arbeidsongeschiktheid niet duurzaam is. Volgens appellant zijn de beperkingen duurzaam. De Raad volgt dit standpunt niet en komt tot het oordeel dat het Uwv terecht heeft geweigerd aan appellant per datum in geding een IVA-uitkering toe te kennen.
Het oordeel van de Raad
IVA-uitkering toe te kennen in stand heeft gelaten. Hij doet dat aan de hand van de argumenten die appellant in hoger beroep heeft aangevoerd, de beroepsgronden. De Raad komt tot het oordeel dat het hoger beroep niet slaagt. Hierna legt de Raad uit hoe hij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
13 juli 2021 concreet aangegeven op welke beoordelingspunten in de FML verbeteringen kunnen worden verwacht. Verder heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep vermeld dat de behandeling bij het CVS ME Medisch Centrum ook het gebruik van medicatie omvat, dat niet onderdeel is geweest bij een eerdere behandeling. Appellant kan daarom niet worden gevolgd in zijn stelling dat er op de datum in geding geen behandelmogelijkheden waren die tot verbetering van zijn belastbaarheid zouden kunnen leiden. De omstandigheid dat de behandeling bij het CVS ME Medisch Centrum – achteraf bezien – niet heeft geleid tot een verbetering van de belastbaarheid en een verbetering volgens appellant op dit moment ook niet meer valt te verwachten, kan niet leiden tot een ander oordeel. De vraag die hier voorligt is of de arbeidsongeschiktheid van appellant op de datum in geding, 18 januari 2019, duurzaam moet worden geacht. Dit is, gelet op het voorgaande, niet het geval.