ECLI:NL:CRVB:2023:1786

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
20 september 2023
Publicatiedatum
25 september 2023
Zaaknummer
22/1339 NOW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking hoger beroep en proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke zaak

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 september 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 22/1339 NOW. De appellant, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, heeft het hoger beroep ingetrokken. Dit gebeurde na een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland op 5 april 2022, zaaknummer 21/1113. Na de intrekking van het hoger beroep heeft de betrokkene, die gevestigd is te [woonplaats], verzocht om de appellant te veroordelen in de proceskosten. De appellant heeft op 2 mei 2023 aangegeven zich te kunnen verenigen met een veroordeling in de proceskosten conform het Besluit proceskosten bestuursrecht. Gezien de intrekking van het hoger beroep en de verzoeken van de betrokkene, heeft de Centrale Raad van Beroep besloten om de appellant te veroordelen in de kosten die de betrokkene in hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De kosten zijn begroot op € 837,-, wat overeenkomt met 1 punt voor het indienen van een verweerschrift. De uitspraak is gedaan door rechter F.M. Rijnbeek, in tegenwoordigheid van griffier H. Alajai, en is openbaar uitgesproken op 20 september 2023.

Uitspraak

Datum uitspraak: 20 september 2023
22/1339 NOW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:118 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 5 april 2022, 21/1113 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (appellant)
[betrokkene] , gevestigd te [woonplaats] (betrokkene)

PROCESVERLOOP

Appellant heeft hoger beroep ingesteld.
Bij brief van 23 februari 2023 heeft appellant het hoger beroep ingetrokken.
Namens betrokkene heeft [naam] verzocht appellant te veroordelen in de proceskosten.
Appellant heeft op 2 mei 2023 medegedeeld zich te kunnen verenigen met een veroordeling in de proceskosten conform het Besluit proceskosten bestuursrecht.
Onder toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het onderzoek ter zitting achterwege gelaten. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

OVERWEGINGEN

In artikel 8:118, eerste lid, van de Awb is bepaald dat in geval van intrekking van het hoger beroep door het bestuursorgaan, het bestuursorgaan op verzoek van een partij bij afzonderlijke uitspraak met overeenkomstige toepassing van artikel 8:75 van de Awb kan worden veroordeeld in de proceskosten.
Gelet hierop wordt appellant veroordeeld in de kosten die betrokkene in hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De kosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op € 837,- in hoger beroep (1 punt voor het indienen van een verweerschrift).

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep veroordeelt appellant in de kosten van betrokkene tot een bedrag van € 837,-.
Deze uitspraak is gedaan door F.M. Rijnbeek, in tegenwoordigheid van H. Alajai als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 20 september 2023.
(getekend) F.M. Rijnbeek
(getekend) H. Alajai

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep veroordeelt appellant in de kosten van betrokkene tot een bedrag van € 837,-.
Deze uitspraak is gedaan door F.M. Rijnbeek, in tegenwoordigheid van H. Alajai als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 20 september 2023.