ECLI:NL:CRVB:2023:1802
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de arbeidsongeschiktheid en wijziging van WIA-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep geoordeeld over de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat appellante met ingang van 7 februari 2018 71,42% arbeidsongeschikt is en dat haar WIA-uitkering niet wijzigt. Appellante betwistte deze beslissing en stelde dat zij meer beperkingen heeft dan het Uwv heeft aangenomen, en dat er sprake is van geen benutbare mogelijkheden. De Raad heeft de deskundige J.J.D. Tilanus benoemd om de medische situatie van appellante te beoordelen. De deskundige concludeerde dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep de juiste diagnose en beperkingen had vastgesteld, maar dat er aanbevelingen waren voor verdere overweging van emotionele problemen en sociale interactie. De Raad volgde het standpunt van de deskundige en oordeelde dat het Uwv terecht had besloten dat de WIA-uitkering niet wijzigt. Tevens werd vastgesteld dat de redelijke termijn in de bestuursrechtelijke fase met ongeveer een jaar en vijf maanden was overschreden, wat leidde tot een schadevergoeding van € 1.500,- aan appellante. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, die het beroep van appellante ongegrond had verklaard.