ECLI:NL:CRVB:2023:1880
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en verzoek om proceskostenveroordeling in WIA-zaak
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. H.B.Th. Koekkoek, op 29 maart 2023 het hoger beroep ingetrokken. Dit gebeurde onder verwijzing naar een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 23 maart 2023, waarbij aan appellant per 28 september 2021 een IVA-uitkering is toegekend. De Centrale Raad van Beroep heeft op 11 oktober 2023 uitspraak gedaan in deze zaak, die betrekking heeft op de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant per 26 januari 2021. De Raad overweegt dat de beslissing van 23 maart 2023 betrekking heeft op een andere datum dan het besluit waarop de aangevallen uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 1 juli 2022 betrekking heeft. Hierdoor is het verzoek om proceskostenveroordeling afgewezen, omdat het Uwv niet aan appellant tegemoet is gekomen in de zin van de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De uitspraak is gedaan door F.M. Rijnbeek, met J.M. Labage als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.