ECLI:NL:CRVB:2023:1966
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Inning van bestuursrechtelijke premie door verrekening met zorgtoeslag
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. De appellant, die in hoger beroep ging, was het niet eens met de beslissing van het CAK om een deel van de bestuursrechtelijke premie te innen door middel van verrekening met de zorgtoeslag. De appellant stelde dat deze gang van zaken afbreuk deed aan zijn gezondheidspreventie en dat het CAK misbruik maakte van zijn bevoegdheden door aanhoudend tot invordering over te gaan.
De Raad heeft vastgesteld dat het CAK de bestuursrechtelijke premie heeft geïnd door de zorgtoeslag om te leiden, zoals toegestaan onder artikel 18f, zesde lid, van de Zorgverzekeringswet (Zvw). De rechtbank had eerder geoordeeld dat het CAK zich aan de geldende regels en richtlijnen hield bij deze inning. De Raad bevestigde deze conclusie en oordeelde dat er geen sprake was van misbruik van bevoegdheid. De argumenten van de appellant werden niet overtuigend geacht om tot een ander oordeel te komen.
De uitspraak van de rechtbank Overijssel werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.