ECLI:NL:CRVB:2023:20
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag maatwerkvoorziening opvang op basis van zelfredzaamheid en rechtmatig verblijf
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Appellante, een vrouw geboren in 1987, had samen met haar minderjarige kinderen een aanvraag ingediend voor een maatwerkvoorziening opvang op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam had deze aanvraag afgewezen, omdat zij van mening was dat appellante voldoende zelfredzaam was om zelf in onderdak te voorzien.
De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat het college onzorgvuldig onderzoek heeft verricht en dat zij niet zelfredzaam is. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat het college voldoende onderzoek heeft gedaan, onder andere door de GGD in te schakelen, en dat appellante in staat moet worden geacht zelf in onderdak voor haar en haar gezin te voorzien.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante rechtmatig verblijf heeft en inkomsten uit arbeid die boven de toepasselijke bijstandsnorm liggen. Dit betekent dat zij geacht wordt in haar noodzakelijke kosten van het bestaan te kunnen voorzien. De Raad heeft ook opgemerkt dat de Wmo 2015 niet bedoeld is om een oplossing te bieden voor de schaarste op de woningmarkt.
Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep het hoger beroep van appellante afgewezen en de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.