ECLI:NL:CRVB:2023:201
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de verlaging van bijstandsuitkering en de afwezigheid bij trainingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlaging van de bijstandsuitkering van appellante met 100% voor de duur van een maand. De verlaging was het gevolg van het niet verschijnen van appellante bij verplichte trainingen, waarvoor zij niet tijdig had afgemeld. Appellante had geen controleerbare gegevens overgelegd die haar afwezigheid konden onderbouwen. De rechtbank Rotterdam had eerder het beroep van appellante tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Barendrecht ongegrond verklaard.
De feiten van de zaak zijn als volgt: appellante had op 11 juli 2019 een gesprek met een klantmanager over haar participatietraject, waarna een plan van aanpak werd opgesteld. Dit plan bevatte voorzieningen ter ondersteuning van appellante bij het vinden van werk, waaronder scholing. Appellante ontving uitnodigingen voor de trainingen 'Mijn Verhaal' en 'Hallo Werk, Ervaren & Doen', maar verscheen zonder afmelding niet op de eerste twee bijeenkomsten. Na een voornemen tot verlaging van haar uitkering, dat appellante negeerde, werd het besluit tot verlaging op 27 november 2019 gehandhaafd.
In hoger beroep voerde appellante aan dat zij zich mondeling had afgemeld en dat er geen rekening was gehouden met haar beperkingen. De Raad oordeelde dat appellante niet had aangetoond dat zij zich had afgemeld en dat het college voldoende onderzoek had gedaan naar haar mogelijkheden. De beroepsgronden van appellante werden verworpen, en de Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.