Uitspraak
12 september 2018, 18/2503 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
[naam gemeente]. Appellant heeft zich op 27 mei 2009 ziekgemeld met psychische klachten. Op dat moment ontving hij een uitkering op grond van de Werkloosheidswet. Het Uwv heeft appellant per 25 mei 2011 in aanmerking gebracht voor een loongerelateerde WGA-uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Deze uitkering is met ingang van 11 augustus 2011 omgezet naar een WGA-loonaanvullingsuitkering.
12 december 2018 blijkt dat uit informatie van de behandelaar is afgeleid dat appellant per 1 mei 2018 toegenomen psychische klachten heeft, die voortkomen uit de aandoeningen waarmee appellant eerder bekend was, en toegenomen arbeidsongeschiktheid is aangenomen. Het Uwv heeft appellant bij besluit van 20 maart 2019 in aanmerking gebracht voor een
WIA-uitkering, berekend naar een arbeidsongeschiktheidsklasse van 80-100%.
27 september 2017 is beëindigd.
27 september 2017 en 1 mei 2018 in ernst verschilde, heeft de Raad psychiater Koerselman als deskundige benoemd.
22 januari 2018 opgestelde FML. De deskundige heeft geen aanknopingspunten gevonden dat appellant beperkt moet worden geacht ten aanzien van de duurbelasting. In het commentaar van appellant op het rapport heeft de deskundige geen aanleiding gezien tot aanpassing van zijn conclusies.
27 september 2017 juist heeft vastgesteld en appellant op basis daarvan terecht in staat heeft geacht de door de arbeidsdeskundige geselecteerde functies te verrichten.