ECLI:NL:CRVB:2023:2069
Centrale Raad van Beroep
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling na intrekking hoger beroep tegen het Uwv
Op 8 november 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 21/3238 ZW. Deze uitspraak betreft een hoger beroep dat door appellante, vertegenwoordigd door mr. F.E.R.M. Verhagen, is ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De zaak is voortgekomen uit een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 22 juli 2021, waarin gedeeltelijk aan de bezwaren van appellante was tegemoetgekomen.
Tijdens de procedure heeft het Uwv op 9 mei 2023 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen. Vervolgens heeft mr. Verhagen op 12 juni 2023 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling. Het Uwv heeft geen verweerschrift ingediend en het onderzoek ter zitting is achterwege gelaten op basis van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De Centrale Raad van Beroep heeft overwogen dat, gezien de intrekking van het beroep omdat het Uwv aan de bezwaren van appellante tegemoet is gekomen, het Uwv op verzoek van appellante veroordeeld kan worden in de proceskosten. De Raad heeft de proceskosten begroot op € 3.348,-, inclusief het griffierecht van € 182,- dat het Uwv aan appellante moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door E.J.J.M. Weyers, met M.D.F. de Moor als griffier.