Uitspraak
27 november 2020 (bestreden besluit) bij de weigering van de uitkering gebleven.
OVERWEGINGEN
SamenvattingHet gaat in deze zaak over de vraag of het Uwv terecht appellante per 13 februari 2020 geen WIA-uitkering heeft toegekend, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Volgens appellante heeft zij meer (medische) beperkingen dan het Uwv heeft aangenomen. Zij acht zich niet in staat de door de arbeidsdeskundige geselecteerde functies te vervullen. De Raad volgt dit standpunt niet en komt tot het oordeel dat het Uwv terecht geen WIA-uitkering heeft toegekend.
Inleiding
[Naam B.V. 2] , een loondoorbetalingsverplichting opgelegd tot 13 februari 2020.
GZ-psycholoog, bij de beoordeling is betrokken. Het is de rechtbank ook niet gebleken dat de artsen van het Uwv overige door appellant ingebrachte medische informatie hebben gemist. Naar het oordeel van de rechtbank hebben de verzekeringsartsen de benutbare mogelijkheden van appellante juist vastgesteld. Het standpunt van appellante dat er verdergaande beperkingen hadden moeten worden aangenomen op fysiek en psychisch vlak en voor het werken in de avonduren, heeft zij niet met medische gegevens onderbouwd. De beschikbare medische stukken geven geen aanleiding een urenbeperking aan te nemen.
26 augustus 2021, na overleg met de arbeidsdeskundig analist, toegelicht dat appellante in de functie textielproductenmaker werkbonnen aangeleverd krijgt waarop geen ingewikkelde zinnen staan. Bij de functie medewerker tuinbouw hoeft appellante niet te lezen. Bij aanvang van het dienstverband krijgt de werknemer een video te zien waarin de werkwijze en protocollen worden uitgelegd. Verder wordt dagelijks een mondelinge instructie gegeven. Het enige wat de werknemer moet lezen is de code op de stuifmeelbuisjes die de werknemer moet vergelijken met de code die op de planten staat. Het gaat in feite om het vergelijken van tekens. Bij de functie medewerker operations moeten werklijsten worden gelezen met daarop getallen en de naam van de plant. Er moeten stickers worden geplakt op potten met zaden. Omdat appellante al langere tijd in Nederland werkzaamheden heeft uitgevoerd zonder problemen bij het begrijpen van werkinstructies en omdat in functies tot en met afgerond basisonderwijs verondersteld mag worden dat Nederlands spreken en begrijpen voor iedereen mogelijk is, wordt volgens de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep voldaan aan de eisen.
Het oordeel van de Raad
werk (item 4.19) en staan tijdens het werk (item 5.4). Appellante heeft geen medische informatie ingediend waaruit blijkt dat de verzekeringsartsen geen volledig beeld hadden van haar fysieke klachten.
GZ-psycholoog Polat. Appellante is volgens de FML van 12 oktober 2020 aangewezen op een voorspelbare werksituatie (item 1.9.5), werk zonder veelvuldige deadlines of
productiepieken (item 1.9.7) en beroepsmatig autorijden (item 1.9.9) en beperkt ten aanzien van het omgaan met conflicten (item 2.8). Het standpunt van appellante ook in hoger beroep dat haar beperkingen als gevolg van haar psychische klachten door het Uwv zijn onderschat heeft zij niet met nadere medische informatie onderbouwd. Dit standpunt vindt ook geen bevestiging in de in het dossier aanwezige en door de verzekeringsarts bezwaar en beroep inzichtelijk bij de beoordeling betrokken medische informatie.