ECLI:NL:CRVB:2023:2269
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Weigering AIO-aanvulling wegens onduidelijke vermogenssituatie
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 20 november 2023 wordt de weigering van de aanvraag om een aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling) beoordeeld. Appellante, die sinds 1 juni 2005 een ouderdomspensioen ontvangt, had in 2019 een aanvraag ingediend voor een AIO-aanvulling. De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft deze aanvraag op 5 november 2019 afgewezen, omdat uit onderzoek was gebleken dat appellante onroerend goed in Turkije bezat, waarvan de waarde het vrij te laten vermogen overschreed. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar de Svb handhaafde het besluit op 20 mei 2020. De rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaarde het beroep van appellante ongegrond, waarna zij hoger beroep aantekende.
Tijdens de zitting op 9 oktober 2023 heeft appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. E. Türk, haar standpunt toegelicht. De Raad heeft vastgesteld dat appellante ten tijde van haar aanvraag op 9 september 2019 drie onroerende zaken niet meer op haar naam had staan, maar zij heeft niet aangetoond hoe haar vermogenspositie er na de overdracht van deze onroerende zaken uitzag. De Raad concludeert dat appellante onvoldoende duidelijkheid heeft gegeven over haar financiële situatie, waardoor niet kan worden vastgesteld of zij bijstandsbehoeftig was. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellante af, wat betekent dat de weigering van de AIO-aanvulling in stand blijft. Appellante krijgt geen vergoeding voor proceskosten en het griffierecht wordt niet terugbetaald.