ECLI:NL:CRVB:2023:2306

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
6 december 2023
Publicatiedatum
6 december 2023
Zaaknummer
22/3043 ANW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag nabestaandenuitkering wegens gebrek aan verzekering op overlijdensdatum

In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 6 december 2023, wordt het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 2 augustus 2022 behandeld. Appellante, woonachtig in Turkije, had een aanvraag ingediend voor een nabestaandenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (ANW) na het overlijden van haar echtgenoot in 2019. De Sociale verzekeringsbank (Svb) had deze aanvraag afgewezen, omdat de echtgenoot op de dag van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW. Appellante had bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar de Svb handhaafde haar standpunt in een besluit van 29 november 2021. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante ongegrond, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.

De Raad oordeelt dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de Svb het verzoek om herziening van het besluit van 3 december 2019 terecht heeft afgewezen. Appellante heeft geen nieuwe feiten of omstandigheden aangedragen die een herziening van het eerdere besluit rechtvaardigen. De Raad bevestigt dat de echtgenoot van appellante niet verzekerd was voor de ANW op de dag van zijn overlijden, en dat de omstandigheden van appellante, zoals haar ziekte en gebrek aan inkomen, niet leiden tot een ander oordeel. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Appellante krijgt geen proceskostenvergoeding en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven.

Uitspraak

22/3043 ANW
Datum uitspraak: 6 december 2023
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 2 augustus 2022, 22/1526 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te Turkije (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
PROCESVERLOOP
Met een besluit van 29 november 2021 heeft de Svb geweigerd om terug te komen van het besluit van 3 december 2019. Appellante heeft daartegen bezwaar gemaakt maar de Svb is met een besluit van 3 februari 2022 (bestreden besluit) bij de weigering gebleven.
Appellante heeft tegen dat besluit beroep ingesteld. De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak het beroep ongegrond verklaard.
Appellante heeft hoger beroep ingesteld. De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 10 november 2023. Appellante is niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. E.M. Mulder.

OVERWEGINGEN

Samenvatting

In deze uitspraak volgt de Raad het oordeel van de rechtbank dat de Svb terecht het verzoek om terug te komen van het besluit van 3 december 2019 heeft afgewezen. In dat besluit was een nabestaandenuitkering aan appellante geweigerd omdat haar echtgenoot niet verzekerd was voor de ANW. [1] De Raad is het eens met de rechtbank dat appellante geen feiten en omstandigheden heeft vermeld die moeten leiden tot herziening van dat besluit.

Inleiding

1. Bij de beoordeling van het hoger beroep zijn de volgende feiten en omstandigheden van belang.
1.1.
De echtgenoot van appellante is op [overlijdensdatum] 2019 in Turkije overleden en ontving een ouderdomspensioen. De Svb heeft met een besluit van 3 december 2019 de aanvraag van appellante om een nabestaandenuitkering op grond van de ANW afgewezen. De echtgenoot van appellante was op de dag van zijn overlijden niet verzekerd voor de ANW. Het bezwaar van appellante hiertegen is bij beslissing op bezwaar van 28 februari 2020 ongegrond verklaard.
1.2.
Appellante heeft op 1 oktober 2021 de Svb gevraagd het besluit van 3 december 2019 te herzien en haar alsnog een nabestaandenuitkering toe te kennen. Bij besluit van 29 november 2021 heeft de Svb dit verzoek om herziening afgewezen. Dit besluit heeft de Svb bij het bestreden besluit gehandhaafd. De Svb heeft daarvoor als reden gegeven dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn om terug te komen van het besluit van 3 december 2019 en dat dit besluit niet onmiskenbaar juist is. De Svb vindt dat appellante ook geen recht heeft op een ANW-uitkering vanaf de datum van de herhaalde aanvraag, omdat er geen reden is om de echtgenoot alsnog aan te merken als verzekerd op de dag van zijn overlijden.
Uitspraak van de rechtbank
2. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard en daarmee het bestreden besluit in stand gelaten. De rechtbank vindt dat de Svb terecht niet is teruggekomen van het besluit van 3 december 2019 omdat geen sprake is van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden. Daarvoor is in aanmerking genomen dat het door appellante ingezonden medisch document van zichzelf, waaruit volgens haar blijkt dat zij voor 50% arbeidsongeschikt is, geen invloed heeft op haar eventuele recht op een nabestaandenuitkering. Haar overleden echtgenoot moest verzekerd zijn voor de ANW. De weigering om van het besluit van 3 december 2019 terug te komen vindt de rechtbank niet evident onredelijk. Ook vindt de rechtbank dat terecht is vastgesteld dat appellante geen recht heeft op een nabestaandenuitkering vanaf de datum van de herhaalde aanvraag. Volgens de rechtbank is niet gebleken dat de echtgenoot als verzekerd is aan te merken op de dag van zijn overlijden. De ontvangst van een ouderdomspensioen door de echtgenoot op de datum van zijn overlijden en de omstandigheden dat appellante niet genoeg inkomsten heeft en arbeidsongeschikt is, kunnen niet tot toekenning van een nabestaandenpensioen leiden.
Het standpunt van appellante
3. Appellante is het niet eens met de uitspraak van de rechtbank, omdat haar overleden echtgenoot 25 jaar in Nederland heeft gewoond en gewerkt en belasting heeft betaald. Zij heeft in dat verband verder aangevoerd dat zij ziek is en geen inkomsten heeft.

Het oordeel van de Raad

4. De Raad beoordeelt of de rechtbank terecht het besluit om de weigering om toekenning van een nabestaandenuitkering, in stand heeft gelaten.
4.1.
De wettelijke regels die voor de beoordeling van het hoger beroep belangrijk zijn, zijn te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
4.2.
Wat appellante in hoger beroep heeft aangevoerd is een herhaling van de gronden die zij bij de rechtbank heeft ingebracht. Wat de rechtbank heeft geoordeeld is juist. Zowel in het bestreden besluit als in de aangevallen uitspraak is voldoende uiteengezet waarom de herhaalde aanvraag van appellante niet voor toewijzing in aanmerking komt. Deze overwegingen worden overgenomen. De omstandigheid dat appellante ziek is en geen inkomen heeft, leidt niet tot een ander oordeel.

Conclusie en gevolgen

4.3.
Het hoger beroep slaagt dus niet. De aangevallen uitspraak wordt bevestigd.
5. Appellante krijgt daarom geen vergoeding voor haar proceskosten. Zij krijgt ook het betaalde griffierecht niet terug.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door M.L. Noort, in tegenwoordigheid van S.S. Blok als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 6 december 2023.
(getekend) M.L. Noort
(getekend) S.S. Blok
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de datum van verzending beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (Postbus 20303, 2500 EH Den Haag) ter zake van schending of verkeerde toepassing van bepalingen over het begrip verzekerde.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wettelijke regels

Algemene wet bestuursrecht
Artikel 4:6 van de Awb
1. Indien na een geheel of gedeeltelijk afwijzende beschikking een nieuwe aanvraag wordt gedaan, is de aanvrager gehouden nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden te vermelden.
2. Wanneer geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden worden vermeld, kan het bestuursorgaan zonder toepassing te geven aan artikel 4:5 de aanvraag afwijzen onder verwijzing naar zijn eerdere afwijzende beschikking.
Algemene nabestaandenwet
Artikel 13 van de ANW
1. Verzekerd overeenkomstig de bepalingen van deze wet is degene, die
a. ingezetene is;
(…)
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan, in afwijking van het eerste en tweede lid, uitbreiding dan wel beperking worden gegeven aan de kring van verzekerden.
(…)

Voetnoten

1.Algemene nabestaandenwet.