Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
(bestreden besluit) heeft het Uwv dit bezwaar ongegrond verklaard. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft op 1 juni 2016 de FML aangescherpt. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft op grond van deze FML nieuwe functies geselecteerd en vastgesteld dat appellant een verlies aan verdiencapaciteit had van 15,27%. Het bestreden besluit berust op het standpunt dat appellant op 8 september 2015 minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
8 september 2015. Nadien hebben psychiater Van der Veer en verzekeringsarts Wildenborg in opdracht van de rechtbank expertises uitgebracht. Naar aanleiding van deze rapporten heeft het Uwv de FML aangepast. Dit heeft geleid tot een mate van arbeidsongeschiktheid per 1 maart 2017 van 56,25%. Appellant heeft aangevoerd dat de beperkingen die per 1 maart 2017 zijn aangenomen ook van toepassing zijn op 8 september 2015.
(vier maanden) komt voor rekening van het Uwv en het resterende deel
(negentwintig maanden) voor rekening van de Staat. Het Uwv wordt veroordeeld tot vergoeding van immateriële schade aan appellant tot een bedrag van € 500,-. De Staat wordt veroordeeld tot vergoeding van immateriële schade aan appellant tot een bedrag van € 2.500,-.