ECLI:NL:CRVB:2023:2511
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvragen om algemene en bijzondere bijstand wegens onvoldoende inzicht in financiële situatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan over de afwijzing van aanvragen om algemene en bijzondere bijstand door het college van burgemeester en wethouders van Zuidplas. Appellant had op 6 april 2020 aanvragen ingediend voor beide vormen van bijstand, maar het college heeft deze aanvragen afgewezen op 28 april 2020. De reden voor de afwijzing was dat appellant onvoldoende inzicht had gegeven in zijn financiële situatie, waardoor niet kon worden vastgesteld of hij in bijstandbehoevende omstandigheden verkeerde. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar het college heeft de bezwaren ongegrond verklaard.
De rechtbank Den Haag heeft in een eerdere uitspraak het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Appellant heeft vervolgens hoger beroep ingesteld, waarbij hij werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. J. Nieuwstraten. Tijdens de zitting op 7 november 2023 heeft appellant zijn standpunt toegelicht, maar het college heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. A. Boere.
De Raad heeft de argumenten van appellant in hoger beroep beoordeeld en geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagt. De Raad bevestigt dat de bewijslast voor bijstandbehoevendheid bij de aanvrager ligt en dat appellant niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat hij recht had op bijstand. De Raad oordeelt dat de afwijzingen van de aanvragen om bijstand terecht zijn en dat het bestreden besluit in stand blijft. Appellant krijgt geen vergoeding voor proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven.