ECLI:NL:CRVB:2023:254
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning WGA-uitkering aan (ex-)werknemer; geen recht op IVA-uitkering wegens niet-duurzame arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van een WGA-uitkering aan een (ex-)werknemer. De werknemer was op 10 februari 2016 uitgevallen voor zijn werk als teamleider expeditie en had in 2018 een loongerelateerde WGA-uitkering toegekend gekregen. Het Uwv had echter geen IVA-uitkering toegekend, omdat er geen sprake zou zijn van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid. De rechtbank Gelderland had het beroep van de werkgever tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarna de werkgever in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de arbeidsongeschiktheid van de werknemer op de datum in geding, 7 februari 2018, niet als duurzaam kon worden beschouwd. De Raad baseerde zich op de bevindingen van de verzekeringsarts bezwaar en beroep, die had vastgesteld dat de werknemer aanmerkelijk was opgeknapt en dat er geen signalen waren van psychotische verschijnselen. De Raad concludeerde dat de gronden die de werkgever in hoger beroep aanvoerde, in essentie herhalingen waren van eerdere argumenten en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de juistheid van het bestreden besluit.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de toekenning van de IVA-uitkering per 9 juli 2020, die na de datum in geding was, geen invloed had op de beoordeling van de situatie op 7 februari 2018. De Raad besloot dat het hoger beroep niet slaagde en dat er geen veroordeling in proceskosten nodig was.