ECLI:NL:CRVB:2023:281
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens overschrijding van de beroepstermijn
Op 15 februari 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/3329 WLZ. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard vanwege overschrijding van de beroepstermijn. De appellante, de erve van [naam], had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 2 september 2022. De rechtbank had de uitspraak op 5 september 2022 per aangetekende brief aan de partijen toegezonden. De appellante ontving de uitspraak echter pas later en heeft pas op 20 oktober 2022 het beroepschrift ingediend, wat buiten de wettelijke termijn van zes weken viel.
De Centrale Raad van Beroep overwoog dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift begint te lopen vanaf de dag na de bekendmaking van de uitspraak. De appellante had in haar e-mailbericht aangegeven dat zij pas op 20 oktober 2022 contact heeft kunnen opnemen met de rechtbank, maar de Raad oordeelde dat dit geen reden was om aan te nemen dat zij niet in verzuim was geweest. De rechtbank had duidelijk aangegeven dat het hoger beroep binnen zes weken na de eerste verzending van de uitspraak moest worden ingesteld.
De Raad concludeerde dat het beroepschrift niet tijdig was ingediend en verklaarde het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door D. Hardonk-Prins, in tegenwoordigheid van D. van der Boom als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.