Uitspraak
21 2630 WIA
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
expertise-onderzoek te bekostigen.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Gelderland. Appellant, die zich op 15 juni 2010 ziek meldde met psychische klachten, had aanvankelijk geen WIA-uitkering gekregen omdat zijn arbeidsongeschiktheid onder de 35% werd geschat. Na een herbeoordeling in 2019, waarbij zijn belastbaarheid werd vastgesteld op basis van een Functionele Mogelijkhedenlijst, heeft het Uwv zijn WGA-loonaanvullingsuitkering per 4 november 2019 beëindigd. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, wat door de Centrale Raad wordt onderschreven.
De Raad oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat er geen reden is om te twijfelen aan de vastgestelde belastbaarheid van appellant. De verzekeringsarts heeft voldoende informatie verzameld en de psychische en lichamelijke klachten van appellant zijn op kenbare wijze betrokken bij de beoordeling. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat zijn medische situatie niet goed is beoordeeld en dat zijn psychische klachten zijn onderschat. De Raad oordeelt echter dat appellant niet voldoende bewijs heeft geleverd om zijn standpunt te onderbouwen. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de geselecteerde functies passend zijn voor appellant en dat er geen aanleiding is voor een deskundigenonderzoek.
De uitspraak bevestigt dat de beëindiging van de WGA-loonaanvullingsuitkering terecht is geweest en dat de eerdere beslissing van de rechtbank in stand blijft. De Raad wijst het verzoek van appellant om een deskundige te benoemen af, omdat er geen nieuwe medische gegevens zijn die de eerdere beoordeling kunnen onderbouwen. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in proceskosten.