ECLI:NL:CRVB:2023:303
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Oordeel over overschrijding bezwaartermijn en misleiding door Uwv in WAO-zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, woonachtig in Turkije, ontving een uitkering op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft de WAO-uitkering van de appellant stopgezet per 1 juli 2015, omdat hij niet reageerde op verzoeken om een levensbewijs. Na het indienen van een levensbewijs in april 2020, heeft het Uwv de uitkering vanaf 1 juli 2020 weer uitbetaald. Echter, het bezwaar van de appellant tegen het besluit van 23 september 2020, waarin de uitkering werd hersteld, werd door het Uwv niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat was ingediend. De rechtbank heeft het beroep van de appellant ongegrond verklaard, wat de appellant in hoger beroep aanvecht.
De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van de appellant, dat hij misleid is door het Uwv omdat hem geadviseerd zou zijn om een herzieningsverzoek in te dienen in plaats van bezwaar te maken, niet gevolgd. De Raad oordeelt dat de appellant niet tijdig bezwaar heeft gemaakt en dat de redenen voor de overschrijding van de bezwaartermijn niet verschoonbaar zijn. De Raad verwijst naar de overwegingen van de rechtbank en concludeert dat er geen bewijs is dat het Uwv de appellant heeft misleid. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. Er zijn geen gronden voor een veroordeling in de proceskosten.