ECLI:NL:CRVB:2023:368
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering WGA-uitkering op grond van de Wet WIA wegens termijnoverschrijding van melding toegenomen beperkingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Noord-Holland. De appellant, die een WGA-uitkering op basis van de Wet WIA had aangevraagd, kreeg deze geweigerd door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op grond van het feit dat zijn melding van toegenomen beperkingen buiten de vijfjaarstermijn viel. De appellant had zich op 16 september 2020 gemeld met klachten die volgens hem waren toegenomen sinds 1 januari 2019, maar het Uwv stelde dat deze melding te laat was gedaan, aangezien de oorspronkelijke weigering van de WIA-uitkering dateerde van 11 april 2013.
De rechtbank had het beroep van de appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak. De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had vastgesteld dat de melding van toegenomen beperkingen buiten de vijfjaarstermijn viel. De appellant had geprobeerd aan te tonen dat er in de periode van vijf jaar na de oorspronkelijke beslissing sprake was van toegenomen beperkingen, maar de medische gegevens ondersteunden dit niet. De verzekeringsarts bezwaar en beroep had de ingediende medische informatie beoordeeld en geconcludeerd dat er geen bewijs was voor een toename van beperkingen in de relevante periode.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat er geen aanleiding was om een deskundige te benoemen, aangezien de beschikbare medische gegevens niet wezenlijk bijdroegen aan de zaak van de appellant. De beslissing van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken.