Uitspraak
19 5038 WIA
29 oktober 2019, UTR 19/1156 (aangevallen uitspraak)
PROCESVERLOOP
L. Greveling-Fockens als onafhankelijk deskundige benoemd voor het instellen van een onderzoek. Deze deskundige heeft op 28 juli 2022 een rapport uitgebracht.
OVERWEGINGEN
auto-ongeval. Bij besluit van 22 mei 2018 heeft het Uwv appellante met ingang van 22 mei 2018 een loongerelateerde WGA-uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) toegekend, waarbij de mate van arbeidsongeschiktheid is vastgesteld op 100%. De loongerelateerde periode loopt tot en met 21 september 2020. De verzekeringsarts heeft geconcludeerd dat appellante sterk wisselende mogelijkheden heeft op grond waarvan zij geen duurzaam benutbare mogelijkheden heeft.
20 december 2018 en 7 januari 2019 uitgebreid uiteengezet waarom het medisch standpunt van de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet juist is. Er is onvoldoende rekening gehouden met de lichamelijke klachten en er zijn ten onrechte geen beperkingen vastgesteld voor de cognitieve klachten. Appellante acht zich volledig en duurzaam arbeidsongeschikt. Dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep het bezwaar afdoet met de zin dat er geen nieuwe feiten en omstandigheden zijn waarna het standpunt is gehandhaafd, is onbegrijpelijk. Van de verzekeringsarts bezwaar en beroep had een uitgebreidere motivering gevergd mogen worden temeer omdat de primaire verzekeringsarts en de bedrijfsarts de beperkingen van appellante beduidend ernstiger hebben ingeschat. Het Uwv mist de bevoegdheid om nadelige beslissingen in de bezwaarfase te nemen als niet aannemelijk is dat de primaire verzekeringsarts een fout heeft begaan. Tot slot heeft appellante vermeld dat zij zich bij de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet heeft kunnen laten bijstaan door een tolk waardoor zij onvoldoende in staat was haar zienswijze te verwoorden. Appellante heeft verzocht om benoeming van een deskundige omdat zij recht heeft op een eerlijk proces.
7 januari 2019 gronden tegen de voorgenomen wijziging van het primaire besluit aangevoerd. Niet is gebleken dat er gronden zijn gemist noch dat er een instantie is gemist.
14 juli 2022, waarbij een uitgebreide anamnese is afgenomen en appellante psychisch en lichamelijk is onderzocht. Alle beschikbare gegevens van de behandelaars van appellante als ook de informatie van de artsen van het Uwv zijn door de deskundige bij de beoordeling betrokken. Vervolgens heeft de deskundige de medische gegevens gewogen en op de haar gestelde vragen een duidelijk antwoord gegeven. Zij heeft uitgebreid gemotiveerd waarom de FML op de meeste punten gevolgd kan worden en op enkele punten aanpassing behoeft. Er is geen aanleiding om de deskundige niet te volgen.
BESLISSING
€ 1.689,76;