Uitspraak
19 2749 WIA
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
WGA-uitkering is ontstaan omdat de verzekerde op die dag niet gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, alsnog recht op die uitkering ontstaat met ingang van de dag dat de verzekerde wel (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt wordt, indien hij op de dag hieraan voorafgaand minder dan 35% arbeidsongeschikt was en de (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid voortkomt uit dezelfde oorzaak als die op grond waarvan hij gedurende de wachttijd ongeschikt was tot het verrichten van zijn arbeid. Op grond van het derde lid van dit artikel kan dit recht niet later ingaan dan vijf jaar na de eerste dag na afloop van de wachttijd.
WIA-beoordeling in 2015 sprake is van voldoende structuur en er de gehele dag werk is, zodat onderbelasting door de afwezigheid van werk niet voorkomt. Hoewel in de hoger beroepsprocedure uitsluitend de vraag voorligt of het Uwv terecht heeft vastgesteld dat bij appellant met ingang van 10 augustus 2017 geen sprake is van toegenomen beperkingen, en de geschiktheid van de in 2015 geselecteerde functies in deze procedure dus niet ter beoordeling voorligt, hebben de deskundigen hiermee inzichtelijk toegelicht dat ook in dergelijke praktisch uitvoerende functies kan worden voorzien in afleiding van gedachten, zoals appellant dit naar eigen zeggen ook heeft ervaren tijdens werkzaamheden zoals schilderen en behangen die hij in huis heeft verricht.