Uitspraak
22.1581 WIA
OVERWEGINGEN
31 maart 2021 en een aangescherpte FML van 31 maart 2021 opgesteld. In deze FML heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep beperkingen toegevoegd wat betreft beroepsmatig vervoer, knijp/grijpkracht, repetitieve hand/vingerbewegingen, uren per dag (acht uur per dag) en per week (40 uur per week) en de reeds aangenomen beperkingen bij tillen tijdens het werk, dragen tijdens het werk, lopen en staan aangescherpt. Een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft vervolgens vier van de eerder geselecteerde functies laten vervallen, twee nieuwe functies geselecteerd en de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante nader vastgesteld op 66,86%. Bij besluit van 14 april 2021 heeft het Uwv het bezwaar van appellante gegrond verklaard en vastgesteld dat zij met ingang van 5 oktober 2020 66,86% arbeidsongeschikt is.
WGA-uitkering per 29 april 2021 omgezet in een WGA-vervolguitkering, waarbij de mate van arbeidsongeschiktheid was vastgesteld op 35 tot 45%. Bij gewijzigd besluit van 16 april 2021 heeft het Uwv de WGA-vervolguitkering per 29 april 2021 nader vastgesteld op een mate van arbeidsongeschiktheid 65 tot 80%.
re-integratietraject in 2019 van Werkfit al blijkt dat zij niet in staat was om langer dan 1,5 uur per dag te werken in een functie vergelijkbaar met de voor haar geselecteerde functie van telefoniste/ receptioniste. Deze stelling wordt niet gevolgd. Ten eerste omdat het rapport van Werkfit dateert van 2 oktober 2019 en dus niet ziet op de datum in geding van 29 april 2021. In de tweede plaats omdat uit dit rapport noch blijkt wat de belasting was van de door appellante bij [bedrijf] verrichte functie noch of deze belasting vergelijkbaar was met die van de voor appellant in het kader van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling geselecteerde functies.