Uitspraak
21.4348 ZW, 22/955 ZW
23 november 2021, 20/4795 en van 9 maart 2022, (21/285) (aangevallen uitspraken)
OVERWEGINGEN
1 maart 2020 geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat hij meer dan 65% kon verdienen van het loon dat hij verdiende voordat hij ziek werd. Appellant werd niet meer in staat geacht tot het verrichten van zijn arbeid als heftruckchauffeur/gootzetter, maar wel tot het vervullen van diverse andere functies.
21 april 2020 vastgesteld dat appellant per 1 maart 2020 geen recht heeft op ziekengeld. Het bezwaar van appellant tegen dit besluit heeft het Uwv bij besluit van 27 augustus 2020 (bestreden besluit 1) ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit ligt een rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep van 25 augustus 2020 ten grondslag.
MRI-scan niet kan worden afgeleid dat de medische beoordeling van de nek- en rugklachten onjuist is geweest. Daarbij is van belang geacht dat de verzekeringsartsen de rugklachten van appellant hebben onderkend en bij hun oordeel hebben betrokken en dat appellant niet duidelijk heeft gemaakt tot welke conclusie de MRI-scan dient te leiden.