ECLI:NL:CRVB:2023:741
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.E.V. Lenos
- E.J. van der Veldt
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag AOW op basis van verblijf en werk in Nederland
Op 20 april 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de afwijzing van een aanvraag voor ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW). De appellante, die nooit in Nederland heeft gewoond of gewerkt, had in 2020 een aanvraag ingediend voor AOW. De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft deze aanvraag op 25 mei 2020 afgewezen, omdat appellante niet verzekerd was voor de AOW en geen aanspraak kon maken op huwelijkse tijdvakken. Het bezwaar van appellante tegen deze afwijzing werd door de Svb ongegrond verklaard op 19 februari 2021.
De rechtbank Amsterdam heeft in een eerdere uitspraak op 28 december 2021 het beroep van appellante tegen de beslissing van de Svb ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat appellante niet verzekerd was voor de AOW en dat er geen recht op huwelijkse tijdvakken bestond, omdat niet aannemelijk was dat de voormalige echtgenoot van appellante tijdens hun huwelijk verzekerd was voor de AOW.
In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat zij recht heeft op AOW omdat haar echtgenoot in Nederland verzekerd zou zijn geweest. De Svb heeft echter bevestigd dat de aanvraag terecht is afgewezen. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat appellante niet heeft betwist dat zij zelf nooit in Nederland heeft gewoond of gewerkt en dat er geen bewijs is dat haar voormalige echtgenoot tijdens hun huwelijk in Nederland verzekerd was. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.