ECLI:NL:CRVB:2023:825
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. U. Arslan, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag van 23 september 2022. De Centrale Raad van Beroep heeft op 3 mei 2023 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder nummer 22/3467 ZW. De procedure betreft een hoger beroep in het bestuursrecht, specifiek binnen het socialezekerheidsrecht.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het griffierecht van € 136,- niet binnen de gestelde termijn is betaald. De gemachtigde van appellant is herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, met duidelijke mededelingen over de termijnen. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet tijdig voldaan, wat heeft geleid tot de conclusie dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is.
De Raad heeft geoordeeld dat er geen reden is om aan te nemen dat appellant niet in verzuim is geweest. De beslissing om het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren is zonder verder onderzoek genomen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending van het afschrift.