ECLI:NL:CRVB:2023:828
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep na tegemoetkoming door Uwv in bezwaar
Op 3 mei 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/512 WIA. Het hoger beroep is ingetrokken omdat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met een gewijzigde beslissing op bezwaar van 12 augustus 2022 volledig aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen. De appellante, vertegenwoordigd door mr. K.T. Ghaffari, had eerder hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Overijssel van 31 januari 2022. Na de gewijzigde beslissing op bezwaar heeft de appellante het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling voor de kosten van rechtsbijstand in zowel beroep als hoger beroep.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat, op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de kosten wanneer het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener. De Raad heeft geoordeeld dat het Uwv in de proceskosten moet worden veroordeeld, aangezien appellante redelijke kosten heeft gemaakt voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep. De totale proceskostenvergoeding voor de verleende rechtsbijstand is vastgesteld op € 2.511,-.
De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door F.M. Rijnbeek, met H. Alajai als griffier. De appellante kan zich voor vergoeding van het betaalde griffierecht rechtstreeks tot het Uwv wenden.