Uitspraak
23.244 WLZ-PV
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om herziening af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 april 2023 uitspraak gedaan over een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak. Verzoeker, die in deze procedure werd vertegenwoordigd, had eerder een uitspraak van de Raad van 28 mei 2021 aangevochten, waarin werd vastgesteld dat hij per 7 november 2016 verzekerd was voor de Wet langdurige zorg. De rechtbank Den Haag had op 12 januari 2023 geoordeeld dat zij onbevoegd was om het herzieningsverzoek te behandelen en verwees de zaak terug naar de Raad. Verzoeker was het niet eens met deze onbevoegdverklaring en stelde hoger beroep in.
De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om herziening afgewezen. De Raad oordeelde dat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangedragen die voldeden aan de strikte voorwaarden voor herziening zoals gesteld in artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit artikel vereist dat de feiten en omstandigheden vóór de uitspraak plaatsvonden, niet bekend waren bij de indiener en tot een andere uitspraak hadden kunnen leiden. De Raad concludeerde dat verzoeker in feite een hernieuwde discussie over de eerdere uitspraak wilde openen, wat niet mogelijk is binnen het kader van een herzieningsverzoek.
De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing en benadrukt dat het middel van herziening niet bedoeld is voor het opnieuw bespreken van een zaak, maar enkel voor het herstellen van onjuistheden die na de uitspraak aan het licht zijn gekomen. De beslissing is openbaar uitgesproken en is gebaseerd op de overwegingen die tijdens de zitting zijn besproken.