Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
.Dit betekent dat het Uwv appellant terecht met ingang van 15 maart 2021 weer in staat heeft geacht tot het verrichten van zijn arbeid.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak staat de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant centraal, die per 15 maart 2021 door het Uwv is stopgezet. Appellant, die zich op 29 maart 2018 ziekmeldde, betwistte de beëindiging van zijn uitkering, stellende dat zijn medische beperkingen niet waren afgenomen sinds de eerdere WIA-beoordeling. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld na hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het Uwv terecht had besloten om de ZW-uitkering te beëindigen, omdat appellant in staat werd geacht om de geselecteerde functies te vervullen. De Raad bevestigt deze uitspraak en oordeelt dat de medische beoordeling door het Uwv zorgvuldig is uitgevoerd. De verzekeringsarts heeft vastgesteld dat de medische beperkingen van appellant sinds de WIA-beoordeling niet zijn toegenomen, wat betekent dat de geselecteerde functies nog steeds geschikt zijn. De Raad wijst erop dat er geen nieuwe medische feiten zijn gepresenteerd die de eerdere beoordeling zouden kunnen ondermijnen. De conclusie is dat de beëindiging van de ZW-uitkering terecht is en dat het hoger beroep van appellant niet slaagt.