Uitspraak
SAMENVATTING
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
WIA-uitkering aan appellante is verstrekt, omdat niet aannemelijk is geworden dat er reeds vanaf die datum geen psychische problematiek aanwezig was bij appellante. Op basis van informatie van de toenmalig behandeld psychiater en de expertise van psychiater De Mooij is destijds afdoende gemotiveerd geconcludeerd dat bij appellante toen geen benutbare mogelijkheden aanwezig waren. Daarom is niet voldaan aan de voorwaarden om met terugwerkende kracht tot intrekking van het recht op een WIA-uitkering over te gaan, zo heeft de Raad geoordeeld.
.
WIA-uitkering gebleven.
Het oordeel van de Raad
WGA-uitkering, naast beperkingen die voortkwamen uit rug- en nekklachten, mede was gebaseerd op beperkingen die voortkwamen uit psychische klachten. Dit betekent dat beperkingen die voortkwamen uit de nek- en rugklachten en psychische klachten verzekerd waren voor de Wet WIA en dat beoordeeld moet worden of in de periode van 13 februari 2012 tot 13 februari 2017 sprake was van een toename van beperkingen als gevolg van die klachten.
Duman-Bilir bevat wel dergelijke inhoudelijke informatie. In deze brief staat onder meer dat appellante in de periode van 7 oktober 2014 tot en met 13 oktober 2016 in behandeling is geweest voor angst- en stemmingsklachten en lichamelijke (pijn)klachten die in ernst leken te wisselen bij de toename van stress. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 15 november 2023 in reactie op deze brief toereikend gemotiveerd waarom ook deze brief niet leidt tot het aannemen van beperkingen wegens een toename van psychische klachten. Mede bezien in het licht van de conclusies van de onder 1.2 genoemde psychiatrische expertises wordt de motivering van de verzekeringsarts bezwaar en beroep gevolgd dat niet zonder meer van de juistheid van de informatie in de brief van psycholoog Duman-Bilir kan worden uitgegaan, omdat, evenals de huisarts, ook psycholoog Duman-Bilir niet de beschikking had over de eerdere psychiatrische expertises, waarin is geconcludeerd tot simulatie, terwijl de klachten die appellante bij psycholoog Duman-Bilir presenteerde in essentie dezelfde betroffen als die in het verleden. Daarbij heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep erop gewezen dat de behandelrelatie tussen de psycholoog als behandelaar en appellante als patiënt is gebaseerd op onderling vertrouwen. Door het tijdsverloop kan de psychische toestand van appellante gedurende de behandelperiode bij psycholoog
Duman-Bilir niet meer verantwoord worden vastgesteld en kan de juistheid van de informatie in de brief van de psycholoog achteraf niet meer worden gecontroleerd. Deze omstandigheid, die het gevolg is van de late melding van toegenomen arbeidsongeschiktheid over een periode in het verleden, komt voor risico van appellante.