ECLI:NL:CRVB:2024:116

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
8 januari 2024
Publicatiedatum
19 januari 2024
Zaaknummer
22/3110 WMO15
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens overlijden appellant zonder erfgenamen

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep onder zaaknummer 22/3110 WMO15. De appellant, die in leven laatstelijk woonachtig was te [woonplaats], heeft hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Limburg van 17 augustus 2022. Echter, op 30 november 2023 heeft de advocaat van de appellant de Raad geïnformeerd dat de appellant is overleden en dat er geen erfgenamen bekend zijn die het proces zouden willen voortzetten. Hierdoor is er geen procesbelang meer bij de beoordeling van het hoger beroep. De Raad heeft vastgesteld dat er geen opvolgers zijn die de appellant als partij in het geding kunnen vertegenwoordigen. Dit heeft geleid tot de conclusie dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De Raad heeft ook geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door D. Hardonk-Prins, met P.W.J. Hospel als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

22.3110 WMO15

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van
17 augustus 2022, 21/1267 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] , in leven laatstelijk wonend te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van Peel en Maas (college)
Datum uitspraak: 8 januari 2024
PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. K.E.J. Dohmen, advocaat, hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Op 30 november 2023 heeft de advocaat van appellant de Raad laten weten dat appellant is overleden. De advocaat van appellant heeft daarbij gemeld dat er geen belanghebbende meer is en heeft de Raad verzocht het hoger beroep vanwege het ontbreken van een procesbelang niet-ontvankelijk te verklaren.

OVERWEGINGEN

1. Appellant is overleden. Niet is gebleken van erfgenamen die appellant als partij in dit geding zijn opgevolgd en het geding zouden willen voortzetten. Dit brengt mee dat er geen procesbelang is bij een beoordeling van het hoger beroep. Het hoger beroep zal om die reden kennelijk niet-ontvankelijk worden verklaard.
2. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door D. Hardonk-Prins, in tegenwoordigheid van P.W.J. Hospel als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 8 januari 2024.
(getekend) D. Hardonk-Prins
(getekend) P.W.J. Hospel
Tegen deze uitspraak kunnen een belanghebbende en het bestuursorgaan binnen zes weken na de verzending van het afschrift van deze uitspraak schriftelijk verzet doen bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld te worden gehoord.