ECLI:NL:CRVB:2024:1201
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Korting op AOW-pensioen wegens niet verzekerde jaren
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 juni 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 15 september 2023. De appellante, die acht jaar verzekerd is geweest voor de AOW, heeft recht op een AOW-pensioen, maar met een korting van 84% vanwege 42 niet verzekerde jaren. De rechtbank had het beroep van de appellante tegen het bestreden besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) ongegrond verklaard, waardoor het besluit in stand bleef. De appellante was van mening dat er te weinig verzekerde jaren waren aangenomen en dat zij niet kon rondkomen van het AOW-pensioen.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellante van 1986 tot en met 17 november 1993 verzekerd was voor de AOW, deels op basis van een huwelijks tijdvak en deels op basis van ingezetenschap. Na de terugkeer naar Marokko van haar echtgenoot, die zijn pensioengerechtigde leeftijd had bereikt, kon de appellante geen extra huwelijkse tijdvakken meer opbouwen. De Raad heeft geoordeeld dat de appellante recht heeft op een AOW-pensioen met een korting van 84%, en dat haar financiële omstandigheden hier geen verandering in kunnen brengen.
Aangezien het hoger beroep niet slaagde, komt de appellante niet in aanmerking voor een proceskostenvergoeding of vergoeding van het betaalde griffierecht. Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na verzending beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.