ECLI:NL:CRVB:2024:1513

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
18 juni 2024
Publicatiedatum
25 juli 2024
Zaaknummer
22/164 PW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling proceskosten na intrekking hoger beroep door bestuursorgaan

Op 18 juni 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/164 PW. De zaak betreft een hoger beroep dat was ingesteld door de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb) tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag van 6 december 2021. De Svb heeft op 8 juli 2022 het hoger beroep ingetrokken. Namens de betrokkenen heeft mr. N. Talhaoui, advocaat, verzocht om de Svb te veroordelen in de proceskosten. De Svb heeft op 13 februari 2024 laten weten hiermee akkoord te gaan. Gezien de intrekking van het hoger beroep door het bestuursorgaan, heeft de Centrale Raad van Beroep de Svb veroordeeld in de proceskosten van de betrokkenen tot een bedrag van € 875,-. Deze kosten zijn begroot op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij 1 punt is toegekend voor het indienen van het verweerschrift. De uitspraak is gedaan in het openbaar en is ondertekend door W.F. Claessens, met A. Giesen als griffier.

Uitspraak

Datum uitspraak: 18 juni 2024
22/164 PW, 22/165 PW, 22/166 PW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:118 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 6 december 2021,
20/3426, 20/3432 en 20/5269
Partijen:
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
[betrokkenen] te [woonplaats] (betrokkenen)

PROCESVERLOOP

De Svb heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank.
Bij brief van 8 juli 2022 heeft de Svb het hoger beroep ingetrokken.
Namens betrokkenen heeft mr. N. Talhaoui, advocaat, verzocht de Svb te veroordelen in de proceskosten.
Bij brief van 13 februari 2024 heeft de Svb laten weten hiermee akkoord te gaan.
Onder toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het onderzoek ter zitting achterwege gelaten. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

OVERWEGINGEN

Artikel 8:118, eerste lid, van de Awb bepaalt dat in geval van intrekking van het hoger beroep door het bestuursorgaan, het bestuursorgaan op verzoek van een partij bij afzonderlijke uitspraak met overeenkomstige toepassing van artikel 8:75 van de Awb kan worden veroordeeld in de proceskosten.
Gelet hierop wordt de Svb veroordeeld in de kosten die betrokkenen in verband met de behandeling van het hoger beroep redelijkerwijs hebben moeten maken. De kosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op € 875,- (1 punt voor het indienen van het verweerschrift).

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep veroordeelt de Svb in de proceskosten van betrokkenen tot een bedrag van € 875,-.
Deze uitspraak is gedaan door W.F. Claessens, in tegenwoordigheid van A. Giesen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 18 juni 2024.
(getekend) W.F. Claessens
(getekend) A. Giesen