ECLI:NL:CRVB:2024:1669
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- F.M. Rijnbeek
- B. Serno
- A.M. RentemaWesterhof
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de vaststelling van arbeidsongeschiktheid door het Uwv
In deze zaak gaat het om de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellant, die als directeur werkte, heeft zich op 27 december 2017 ziekgemeld met psychische klachten. Het Uwv heeft op 31 december 2019 een loongerelateerde WGA-uitkering toegekend, waarbij de arbeidsongeschiktheid op 41,54% werd vastgesteld. Na bezwaar van appellant heeft het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid op 55,99% vastgesteld per 25 december 2019. Appellant ging hiertegen in beroep, maar de rechtbank verklaarde het beroep ongegrond. Vervolgens heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 maart 2023 de uitspraak van de rechtbank vernietigd en het Uwv opgedragen een nieuw besluit te nemen. Het Uwv heeft op 16 mei 2023 een nieuwe beslissing genomen, waarbij de arbeidsongeschiktheid opnieuw op 54,72% werd vastgesteld. Appellant is het hier niet mee eens en stelt dat zijn medische beperkingen zijn onderschat. De Raad heeft de zaak behandeld op 4 juli 2024, waarbij appellant werd vertegenwoordigd door mr. A.C.S. Grégoire en het Uwv door A.H.G. Boelen. De Raad oordeelt dat het Uwv op juiste wijze uitvoering heeft gegeven aan de eerdere uitspraak en dat de geselecteerde functies medisch geschikt zijn voor appellant. Het beroep van appellant wordt ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.