ECLI:NL:CRVB:2024:1699
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake maatwerkvoorziening zorg in natura en procesbelang
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 augustus 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam van 22 maart 2023. Appellant ontving sinds maart 2018 een maatwerkvoorziening in de vorm van beschermd wonen bij zorgverlener [zorgverlener] op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam beëindigde deze ondersteuning per 13 september 2021, omdat er een verstoorde vertrouwensrelatie was ontstaan tussen appellant en de zorgverlener. Appellant was het niet eens met deze beslissing en stelde dat het college onzorgvuldig had gehandeld door de zorgovereenkomst op korte termijn te beëindigen zonder zijn belangen voldoende mee te wegen.
De Raad heeft ambtshalve beoordeeld of appellant procesbelang had bij een inhoudelijke beoordeling van zijn hoger beroep. Volgens vaste rechtspraak is er pas sprake van voldoende procesbelang als het resultaat dat de indiener nastreeft daadwerkelijk kan worden bereikt en feitelijk betekenis heeft. In dit geval ging het om een maatwerkvoorziening over een reeds verstreken periode. Appellant had geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de maatwerkvoorziening bij een andere zorgverlener te verzilveren en had ook geen nieuwe aanvraag gedaan voor ondersteuning op grond van de Wmo 2015. De Raad concludeerde dat een inhoudelijk oordeel over het bestreden besluit niet van belang was voor een toekomstige periode.
Daarnaast werd het belang van appellant in verband met vergoeding van immateriële schade niet onderbouwd. De Raad oordeelde dat appellant op geen enkele wijze had aangetoond dat hij geestelijk letsel had opgelopen als gevolg van de bestreden besluitvorming. Daarom werd het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, wat betekende dat appellant geen proceskostenvergoeding ontving en het betaalde griffierecht niet terugkreeg.